Ik vind de brief als ik het dressoir aan het opruimen ben. Hij is aan mij gericht, maar het zwierige handschrift herken ik niet. De randen van de envelop zijn al vergeeld. Hoe lang zou hij hier eigenlijk al gelegen hebben? Ik ga op zoek naar een briefopener en open de envelop. Toch aarzel ik even voor ik het papier eruit haal. Mag dit, wil ik dit wel lezen? Mijn nieuwsgierigheid wint het al snel. ‘Oké, laat maar eens zien,’ zeg ik.
Juni 1974. Zo begint het. Mijn ogen vliegen over de regels. Hier en daar blijf ik even hangen, maar ik ga zo snel mogelijk naar het laatste vel papier. En ja, daar onderaan, staat de naam waar ik naar zocht: Evelien. Mijn eigen naam. Ik laat de brief verbaasd in mijn schoot vallen. Heb ik dit zelf geschreven, zo lang geleden? Waarom? Ik schud mijn hoofd. ‘Misschien moet ik gewoon eens rustig gaan lezen,’ bedenk ik me.
‘Lieve Evelien, wat fijn om je zo te ontmoeten. Je zult wel verbaasd zijn, of herinner je mij nog?’ staat er.
‘Niet dus,’ zeg ik, nog steeds wat beduusd door deze vondst. Mijn gedachten gaan even terug naar de zomer van 1974. Ik was nog geen 10 jaar, en we woonden in een doodgewoon rijtjeshuis ergens in Noord-Holland. Nog steeds benieuwd naar de reden van deze brief lees ik verder. Het is een bonte verzameling dagelijkse gebeurtenissen en de typische observaties van een jong meisje. Van de meeste dingen herinner ik me weinig.
‘Toch wel heel bijzonder om dit nu te vinden.’
Als ik de brief weer in de envelop wil doen zie ik dat er nog een papiertje in zit. Ik vis het eruit en vouw het open.
‘Vergeet alsjeblieft niet om altijd te blijven zingen en dansen, want ik weet zeker dat je later meestal heel serieus zult willen zijn. Liefs van Evelien.’ Het hele papier is versierd met kleurrijke bloemen. Ik houd mijn adem in en voel een brok in mijn keel opkomen.
‘Oh, lieve kleine Evelien. Dank je wel.’
Even later prik ik de mooie boodschap op het kurken prikbord boven mijn bureau. ‘Zo, dat vergeet ik niet meer,’ zeg ik tevreden. Neuriënd loop ik terug naar de kamer, om het dressoir verder op te ruimen. En dat klusje lijkt ineens een stuk makkelijker te gaan.
Foto van Debby Hudson op Unsplash